donderdag, februari 19, 2009

Sms-taal is goed voor kinderen

Kinderen die veel afkortingen gebruiken bij het sms'en, ontwikkelen gemiddeld genomen een betere leesvaardigheid, zo blijkt uit een Britse studie.

Onderzoekers van Coventry University vroegen 88 proefpersonen tussen de 10 en 12 jaar om een verhaaltje na te vertellen in een serie sms'jes.
Daarbij werd precies bijgehouden hoe vaak ieder kind een afkorting gebruikte zoals 'w8' (wacht) en 'nx'(niks).


Vervolgens werden alle deelnemers aan het experiment in een aparte toets op hun leesvaardigheid getest. Al snel bleek dat kinderen die veel sms-taal hadden gebruikten bij de eerste opdracht, gemiddeld beter scoorden bij de leesvaardigheidtest.
De resultaten van de studie zijn gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift British Journal of Developmental Psychology.

Labels: , ,

dinsdag, februari 10, 2009

Leerlingen kunnen spelling verbeteren via internet

EDE - Leerlingen van 4 havo en 5 vwo kunnen hun spelling voortaan verbeteren via internet. Het Pallas Athene College in Ede heeft daartoe in de afgelopen twee jaar een spellingsprogramma voor het bedrijfsleven van opleidingsinstituut Vergouwen Overduin aangepast. Het komt nu op de markt voor alle scholen.




Als hun school meedoet, krijgen de leerlingen een persoonlijke toegangscode om waar en wanneer ze maar willen op de site www.vo-webspeller in te loggen. Ze beginnen met een test, waarop een leeradvies op maat volgt. Hun docent kan hun vorderingen volgen.

"De stof hebben ze in klas 1 tot en met 3 al gehad. Toch zie ik bij leerlingen in de zesde nog spelfouten. Met dit programma hoeven ze niet alles te herhalen, maar oefenen ze alleen hun zwakke plekken", licht initiatiefnemer Tim Hoogenbosch, docent Nederlands aan het Pallas Athene College toe.

"Het is niet vrijblijvend, ze moeten wel degelijk vorderingen maken."

Hoogenbosch wijst erop dat in 2011 schrijfvaardigheid weer in het centraal examen opgenomen wordt. "En de spelling gaat zwaarder wegen. Omdat de persoonlijke toegangscode twee jaar geldig blijft, kunnen de leerlingen kort voor het examen nog snel even hun kennis opfrissen.''

De VO-webspeller wordt 27 januari officieel gelanceerd op de NOT, de vakbeurs voor onderwijsprofessionals in de Jaarbeurs in Utrecht. Op de open dag van het Pallas Athene College op 23 januari is al een demonstratie te zien.

Voor meer informatie:

www.vo-webspeller.nl

bron: geldelander

Het spellingsdrama, de praktijk

Kort na de Tweede Wereldoorlog hebben de Nederlandse en Belgische overheden besloten dat er een geüniformeerde spelling moest zijn, die in Nederland werd vastgelegd in de Spellingswet 1947. Deze trad in 1954 in werking en voldeed uitstekend, maar sommigen maakten bezwaar tegen het verschijnsel ‘voorkeurspelling’ en oordeelden dat het onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke woorden niet langer van deze tijd was. Dus werd de wet in de jaren negentig gewijzigd; de nieuwe regels werden gepubliceerd in het Spellingsbesluit 1995 en vervolgens aan de burger uitgelegd in Het Groene Boekje. Helaas is dat zó gebruiksonvriendelijk dat het fouten in de hand werkt.

1995
Ik werd voor het eerst met het probleem geconfronteerd bij de correctie van mijn boek De randen van de aarde. Daarna zijn vijf van mijn eigen boeken door persklaarmakers en correctoren bekeken, heb ik zelf artikelen en boeken geredigeerd en heb ik ook wel eens een corrector gecorrigeerd. Ik wil niet zeggen dat ik de grootste spellingsexpert van ons taalgebied ben, maar kan wel voorbeelden aanhalen die zich in de praktijk hebben voorgedaan.

Ik ben bijvoorbeeld van beroep oudhistoricus, iemand die de Oudheid bestudeert. Het Groene Boekje van 1995 vermeldde alleen de oud-historicus, iemand die met het vak is gestopt. De reden hiervoor was dat het niet alle, maar de meest voorkomende woorden bevatte en er nu eenmaal meer gepensioneerde geschiedenisleraren zijn dan docenten oude geschiedenis. Helaas herkende niet iedereen de onvolledigheid van de woordenlijst. Sommige oudhistorici gingen oud-historicus schrijven of zich, als men begreep dat dit onjuist was, aanduiden als klassiek historicus. Zelfs universitair medewerkers, intelligente mensen toch, hadden niet door dat de woordenlijst gewoon onvolledig was.

Een andere kwestie was jood. De regel was simpel: met een hoofdletter als het volk was bedoeld – en dat is in de Oudheid meestal het geval – en zonder hoofdletter als het ging over religie. Maar de groene woordenlijst noemde alleen jood, en hoewel de regel in het voorwoord duidelijk stond uitgelegd, ging menigeen ervan uit dat overal een kleine letter moest worden gebruikt. Het Groene Boekje had wel meer problemen met judaica: zo moest messias met een hoofdletter omdat het een aspect van het goddelijke weergaf, wat weliswaar in lijn is met de christelijke opvatting dat Christus de tweede persoon is van de heilige Drie-eenheid, maar in strijd was met vrijwel alle joodse messianologieën. En dan was er nog het tijdvak dat ik bestudeer, de Oudheid. Dat woord mocht dan minder vaak worden gebruikt dan oudheid als synoniem van ouderdom, maar dat vormde nog geen reden om het tijdperk te beroven van zijn hoofdletter. De gebruiker van het Groene Boekje zou beter hebben kunnen weten, want het vermeldde wel Middeleeuwen.

De groene woordenlijst was onpraktisch en een aan de hand ervan uitgevoerde correctie zou, zo ontdekte ik, vooral resulteren in méér fouten. Ik begreep het daarom wel dat het Genootschap Onze Taal een alternatief publiceerde: het Witte Boekje. Bij de correctie van Stad in marmer (en drie latere boeken) bleek zonneklaar dat dit de regels van het Spellingsbesluit 1995 beter uitlegde dan de groene woordenlijst.

De spellingswetgeving is niet de enige die de overheid minder goed uitlegt dan anderen. De Elsevier Belasting Almanak – al jaren ’s Neêrlands meest onverbiddelijke bestseller – legt de belastingwetgeving beter uit dan het van ’s rijkswege verstrekte voorlichtingsmateriaal (bewijs: ook belastingambtenaren gebruiken de almanak).

2005
In de nieuwste versie van Het Groene Boekje – nodig gemaakt door het Besluit bekendmaking spellingvoorschriften 2005 – staan jood en messias wel goed. Dat de samenstellers van deze editie werkelijk hebben geleerd, blijkt uit het feit dat men bij de hoofdletter van Mensenzoon aantekent dat dit alleen geldt als Christus wordt bedoeld, zodat de joodse lezer van Daniël:7.13 niet opnieuw wordt gedwongen tot een impliciet christelijk credo. Zo bezien is de derde versie van Het Groene Boekje een verbetering.

Toch is opnieuw een Wit Boekje verschenen. Daarop is heftig gereageerd; zo las ik ergens een stuk door een weledelzeergeleerde die het Witte Boekje verwierp omdat de regel voor de tussen-n verkeerd werd uitgewerkt. Hij bezondigde zich daarmee aan de redenatiefout die bekendstaat als ignoratio elenchi : de redactie van het Witte Boekje legt namelijk uit waarom men op dat punt een ander oordeel heeft, en de correcte weerlegging zou dus zijn neergekomen op het aantonen dat deze uitleg ontoereikend was. (Dat je in de Lage Landen hoogleraar kunt worden zonder kennis van de formele logica is overigens een heel wat ernstiger kwestie dan het verschil tussen zwanezang en zwanenzang.)

Wat ik in de recente discussie miste was de toetsing aan de praktijk: wat gebeurt er als een boek wordt gecorrigeerd? Toevallig kreeg ik onlangs de gecorrigeerde versie terug van mijn komende boek, Vergeten erfenis, en zo ontdekte ik dat ik de spelling van religienamen systematisch verkeerd deed. Moest vroeger de naam van een godsdienst met een hoofdletter, tegenwoordig moet het met een kleine letter. Dat heb ik netjes aangepast; de lezer van mijn boek zal niet afgeleid raken doordat ik nog Islam schrijf.

Lastiger bleek de spelling van historische periodiseringen. In Het Groene Boekje is oudheid opgenomen, maar niet als tijdvak (het meervoud staat erbij). Wie toch wil weten hoe de naam van de periode moet worden gespeld, moet óf een analogie zoeken ( middeleeuwen ) óf kijken in de tekst van het Besluit bekendmaking spellingvoorschriften 2005, artikel 16.K: historische perioden krijgen een kleine letter, maar in gespecialiseerde teksten kan daarvan worden afgeweken. De groene woordenlijst noemt deze nuance niet.

De witte maakt een andere keuze – het noemt naast oudheid (het oud-zijn) ook Oudheid (tijdvak) en Middeleeuwen – maar vergeet te vermelden dat dit onderscheid alleen in vakpublicaties is toegestaan. Geen van beide lijsten legt het Besluit bekendmaking spellingvoorschriften 2005 dus correct uit. Dat valt de redacties overigens nauwelijks te verwijten, want het aanpassen van de spelling aan het beoogde publiek is een regel die rijp is voor registratie bij het Belgische Kafka-meldpunt.

Artikel 16.L is daarentegen een wonder aan duidelijkheid: historische gebeurtenissen krijgen een hoofdletter, bijvoorbeeld Tweede Wereldoorlog, Anjerrevolutie, Endlösung en Golfoorlog. Duidelijk genoeg, maar ik heb wel eens iemand Eerste Kruistocht zien aanstrepen omdat de woordenlijst in Het Groene Boekje alleen kruistocht vermeldt – wat alleen correct is in zinnen als ‘de huisartsen voeren een kruistocht tegen de kwakzalverij’. Het Witte Boekje noemt deze overdrachtelijke betekenis niet maar past artikel 16.L verder voorbeeldig toe: Kruistocht dus, en ook Kinderkruistocht. Tweede Vaticaans Concilie staat verder keurig naast concilie, waar Het Groene Boekje alleen het hoofdletterloze woord kent.

Een andere kwestie waar de twee boekjes de spellingswetgeving anders uitleggen, is het woord voorzienigheid. Het Witte Boekje geeft het met een hoofdletter, conform artikel 16.S, dat bepaalt dat heilige personen en begrippen met een hoofdletter moeten worden geschreven. De groene woordenlijst gebruikt een kleine letter, wat klopt als de gebruiker het heeft over een vooruitziende blik. Dat is echter een ongebruikelijke betekenis van dat woord (en het enige mij bekende geval waar Het Groene Boekje niet de meest voorkomende uitleg van de regel biedt.)

In artikel 16.N is de hoofdletter voor staatsinstellingen vastgelegd. De groene woordenlijst vermeldt senaat, wat onjuist is. Het Witte Boekje geeft correct aan dat je het kunt hebben over een senaat van een studentenvereniging en dat de Eerste Kamer in sommige landen wordt aangeduid als Senaat.

Tot slot zijn sommige kwesties in feite niet geregeld. Moest de eerste letter van Twaalfde legioen Fulminata misschien klein zijn, zoals de corrector van een van mijn boeken mij ooit voorstelde? Hoewel dit mogelijk valt onder artikel 16.N over de namen van staatsinstellingen, geloof ik dat de wetgever er in feite niet aan heeft gedacht. Toch denk ik niet dat iemand de Eerste Divisie 7 December of het Veertiende Regiment Luchtdoelartillerie hun hoofdletters wil ontnemen.

Besluit
De groene woordenlijst wijkt af van de wetstekst. Gek genoeg ben ik, ofschoon betrokken bij de correctie van twee dozijn boeken, één kwestie nooit tegengekomen: de tussen-n en de tussen-s waarover in de pers zoveel is geschreven. Ik ben niet de eerste die concludeert dat de discussie over de spellingsregels niet ging over de onderwerpen waar zich de problemen in de praktijk voordoen.

Het cruciale punt is dat de groene woordenlijst niet zozeer de juiste spellingswijze presenteert, als wel de juiste spellingswijze in de meest voorkomende gevallen. De samenstellers veronderstellen dat de gebruikers begrijpen dat ze in het Besluit bekendmaking spellingvoorschriften 2005 moeten opzoeken hoe een woord in een meer specifieke betekenis wordt gebruikt. Aangezien die tekst deel uitmaakt van Het Groene Boekje, is dat een verdedigbare keuze.

Hoewel… de meeste gebruikers raadplegen alleen de woordenlijst in Het Groene Boekje. Zelfs correctoren heb ik moeten uitleggen dat dit onvoldoende is. Dit betekent niet dat zij dom zijn, maar dat Het Groene Boekje niet gebruiksvriendelijk is, terwijl het toch is bedoeld als praktisch hulpmiddel. De twijfelgevallen hadden simpelweg moeten zijn aangegeven en de samenstellers hadden er niet op mogen vertrouwen dat de gebruiker wel wist wanneer hij de wetstekst moest raadplegen. Hierdoor is Het Groene Boekje in de praktijk de oorzaak van foutief gespelde woorden.

Het Witte Boekje is gebruiksvriendelijker. Woorden die naast de algemene betekenis een meer specifieke, anders gespelde betekenis hebben, zijn tweemaal opgenomen en er wordt bovendien verwezen naar de van toepassing zijnde regels. De samenstellers bereiken daarmee dat de gebruiker zich er bewust van blijft dat het niet mogelijk is een tekst te controleren door alleen te kijken in een woordenlijst. Andere voordelen van het Witte Boekje zijn dat het aangeeft waar de groene woordenlijst iets anders suggereert en dat het ook het woordgeslacht vermeldt, een aspect van ons taalgebruik dat, anders dan men in de vroege jaren negentig vermoedde, niet is verdwenen.

Helaas bevat het Witte Boekje, anders dan zijn groene soortgenoot, niet de eigenlijke tekst van het Besluit bekendmaking spellingvoorschriften 2005, maar een navertelling in eigen woorden. Die is overbodig, want de wetstekst is geformuleerd in buitengewoon helder Nederlands. Zó helder zelfs dat je niet begrijpt dat zoveel gebruikers van Het Groene Boekje het weten te negeren.

Recensieweb poogt zich aan de geest van de spellingswet te houden, en aan praktische bezwaren, en ook zwaarmoedigheid.
bron: http://www.recensieweb.nl/

dinsdag, februari 12, 2008

Spellen we straks groen-wit?

Sinds drie jaar hanteren media voor de spellingregels ofwel de 'groene spelling', ofwel het 'witte' alternatief. Taalkundige Wim Daniëls was als extern redactielid betrokken bij de samenstelling van het Witte Boekje. Hij voorspelt dat de komende jaren - onder invloed van de nieuwe algemeen secretaris Linde van den Bosch van de Taalunie - beide spelmethoden met elkaar in gesprek zullen moeten.

In 2005 verscheen een nieuw Groene Boekje, met diverse nieuwe spellingregels. Het was het tweede boekje in tien jaar tijd en ook de tweede keer in tien jaar tijd dat er spellingregels veranderden. In 1995 waren velen al ongelukkig geweest met de regelveranderingen die toen werden doorgevoerd. In 2005 vonden sommigen dat de verantwoordelijke instantie, de Nederlandse Taalunie, echt te ver ging. De Taalunie had vooraf gezegd dat er slechts één kleine uitzonderingsregel zou veranderen, maar dat bleek niet zo te zijn. Er veranderden meer regels. En de meeste veranderingen werden opnieuw niet als verbeteringen ervaren.

In tegenstelling tot in 1995 waren er nu aardig wat journalisten die het er niet bij lieten zitten. Waarom, zo vroegen ze zich af, zou je een instantie blijven volgen die je verkeerd voorlicht en die ongewenste veranderingen doorvoert? Diverse hoofdredacties pikten de onlustgevoelens op en bekeken wat er gedaan kon worden. Er werd contact gezocht met het Genootschap Onze Taal, waarna het plan ontstond om het al bestaande spellingboekje van het genootschap (de Spellingwijzer Onze Taal) om te vormen tot het zogenoemde Witte Boekje. Dat boekje zou als de betere variant van het Groene Boekje moeten gaan fungeren. En dat lijkt het ook te doen.

Kenmerken van ‘wit’
De voornaamste kenmerken van wit ten opzichte van groen zijn:
- Wit heeft een vollediger regelsysteem.
- De witte spellingregels zijn heel toegankelijk geformuleerd.
- Enkele grote struikelblokken uit de groene regelgeving, zoals de tussen-n-regel, zijn in wit opgeruimd.
- Wit heeft een actuele woordenlijst, waarin ook namen zijn opgenomen.
- De woordenlijst van wit bevat alleen spellingproblematische woorden, terwijl in de woordenlijst van het Groene Boekje ook veel woorden staan die geen enkel spellingprobleem hebben.
- Wit geeft achter elk woord van de woordenlijst een verwijzing naar de bijbehorende spellingregel.
- Waar de witte spelling afwijkt van de groene spelling is dat in de woordenlijst aangegeven.
(Voor een uitgebreide vergelijking tussen wit en groen, zie Het groen-witte verschillenboekje, uitgeverij Adr. Heinen.)

De tussen-n
Het regelsysteem van wit werd gemaakt in samenspraak met de journalisten die zo kritisch waren over de groene spelling en met diverse andere mensen uit de schrijfpraktijk, zowel Nederlanders als Vlamingen. De opvallendste keuze van wit was het vrijlaten van de regel voor de tussen-n (pannekoek of pannenkoek). In 1995 bedacht de Taalunie voor de tussen-n een ingewikkeld systeem, bestaande uit een hoofdregel, twee subhoofdregels en vijf uitzonderingsregels. In 2005 werd één van de uitzonderingsregels afgeschaft. Dat was de zogenoemde paardebloemregel (eerste deel een diernaam, tweede deel een plantkundige aanduiding: dan geen tussen-n). De afschaffing was volgens de Taalunie het gevolg van de kritiek die er op die regel gekomen was. Maar dat was flauwekul; de héle tussen-n-beregeling was bedolven onder een lawine van kritiek. In werkelijkheid ging het om iets anders. De paardebloemregel werd afgeschaft omdat de Taalunie voor de spelling van 2005 een samenwerkingsovereenkomst had gesloten met woordenboekmaker Van Dale. Van Dale had in 1995 geweigerd de paardebloemregel in de woordenboeken van Van Dale door te voeren. Een voorwaarde van de kant van Van Dale voor de samenwerking in 2005 was dat de Taalunie de paardebloemregel zou laten vallen.

Hoe verder?
Inmiddels zitten we in een situatie waarin sommige media de groene spelling gebruiken, terwijl andere voor wit hebben gekozen. Het lijstje witte spellers is vrij imposant: de Volkskrant, NRC Handelsblad, Trouw, De Pers, Elsevier, Vrij Nederland, HP/De Tijd, De Groene Amsterdammer, de Gay Krant, Dagblad Suriname, de Texelse Courant, Computer Idee, enz. (voor een uitgebreide lijst zie: www.onzetaal.nl/dossier/spelling/wittespellers.php).
Momenteel zijn de makers van het Witte Boekje bezig een geactualiseerde editie samen te stellen. Na twee jaar wit spellen wordt het boekje nog wat verder verbeterd, op basis van kritiekpunten die journalisten en andere gebruikers hebben aangedragen.

Een nieuwe versie van het Groene Boekje laat nog even op zich wachten. De in 1995 gemaakte afspraak is dat er elke tien jaar een nieuw Groen Boekje gaat verschijnen. In 2005 hadden we er dus eentje en het volgende moet dan in 2015 komen. De grote vraag is of dat Groene Boekje dan enigszins ‘wit’ zal zijn.

Om wit kan men niet meer heen
Het Witte Boekje heeft sinds zijn verschijning vooral lof gekregen, behalve dan van de makers van het Groene Boekje, die in hun reactie op wit nogal wild om zich heen sloegen en nog slaan. De lof die wit ten deel is gevallen, betreft onder andere de betere begrijpelijkheid van de regels.

Nou was het voor wit wat dat betreft niet zo heel moeilijk om het beter te doen dan groen. Neem de volgende groene regel, waarin het gaat over het spellingverschil tussen ‘achterop’ en ‘achter op’: ‘Een bijwoord dat is samengesteld uit voorzetselbijwoorden, schrijven we in één woord. Maar een voorzetselbijwoord schrijven we niet vast aan een voorzetsel dat behoort bij een woordgroep rond een zelfstandig naamwoord.’

En dan moet je dus bedenken dat de groene spelling verplicht is voor het onderwijs. Maar wat moeten leerlingen en zelfs leerkrachten met zulke regels? Niets! Het enige wat ze kunnen doen is vluchten naar wit.

De Taalunie zal ook niet zomaar aan de witte spelling voorbij kunnen gaan, omdat de huidige gebruikers van het Witte Boekje veel gewicht in de schaal leggen. Het zijn niet zomaar wat redactieleden van een obscuur clubblaadje die voor wit hebben gekozen. Er zijn zelfs overheidsinstanties – die eigenlijk verplicht groen moeten spellen – die hun keuze op wit hebben laten vallen, omdat ze met het Witte Boekje veel beter uit de voeten kunnen dan met het Groene Boekje. De gemeente Westvoorne is daarvan een voorbeeld.

Een ander gunstig teken voor een groen-witte toekomst is dat het Genootschap Onze Taal afgelopen december een omvangrijke (betaalde) taaladviesopdracht van de Nederlandse Taalunie heeft gekregen. Het ging daarbij weliswaar om een Europese inschrijving waarbij een onafhankelijke commissie de beste inschrijver moest selecteren, maar toch is het een teken dat de Taalunie de witte spellers niet helemaal de rug heeft toegekeerd.

Een laatste pluspunt met het oog op een mogelijke samenwerking tussen groen en wit is dat de huidige algemeen secretaris van de Nederlandse Taalunie, Linde van den Bosch, meer dan haar voorgangers lijkt te durven twijfelen aan de kwaliteit van wat direct of indirect door de Taalunie wordt afgeleverd. Van den Bosch was al de Taaluniebaas toen de spelling van 2005 werd gelanceerd. Maar bij haar aanstelling in november 2004 was die nieuwe spellingregeling al goeddeels in kannen en kruiken. Voor de volgende spellingronde kan ze wel zelf de lijnen uitzetten. Van den Bosch lijkt ook niet iemand te zijn die zich erg veel bekommert om het begrip ‘gezichtsverlies’. Voorheen was dat iets wat bij de Taalunie koste wat kost voorkomen moest worden.

Eén boekje
De redactie van het Witte Boekje heeft van meet af aan gezegd dat het bestaan van twee belangrijke spellingboekjes met een verschillende spelling op termijn niet wenselijk is. Dat ze in 2005 met een eigen boekje kwam, was onvermijdelijk. Het is onmogelijk en maatschappelijk ook onaanvaardbaar om heel gewillig achter een instantie en een spelling aan te blijven lopen die niet allereerst het belang van de taalgebruiker voor ogen heeft. Maar wit wil nu wel graag overleggen om in het volgende decennium tot een gezamenlijk spellingproduct te komen. Of dat product groen-wit, wit-groen, lichtgroen of nog iets anders genoemd gaat worden, is voor wit onbelangrijk. Wel belangrijk is dat mensen uit de praktijk – journalisten, tekstschrijvers, leraren, noem maar op – niet opnieuw opgezadeld worden met iets wat ze niet willen. Dreigt dat wel te gebeuren, dan blijft wit wit.


bron: denieuwereporter

Nieuwe spelling bij de Citotoets

Een paar leerlingen waren ’s nachts een paar keer met een schok ontwaakt, bekenden ze ’s morgens aan juf Ada van den Dries, maar over het geheel viel de spanning voor de Cito-toets vandaag mee.
De dertig leerlingen in groep acht van katholieke basisschool De Drieslag hebben er juist de ruim tweehonderd vragen van het eerste deel van de landelijke Citotoets op zitten.

De toets wordt morgen en overmorgen voortgezet.

,,Mhwoa,’’ oordelen de leerlingen van de school aan De Raadhoven in de wijk Schothorst over de moeilijkheidsgraad; ,,Het viel mee.’’ Ze moesten twee taken op gebied van taal en spelling uitvoeren, en een rekentaak: twee van veertig en eentje van vijfendertig minuten.

,,Dat stukje spelling was best te begrijpen,’’ zegt Martijn. ,,Taal vond ik leuker dan rekenen,’’ legt Djamilla ontspannen uit. ¨Loïs en Erik vonden het wel gaan. ,,Soms moest je even goed nadenken, maar verder was het niet echt moeilijk.’’

Juf Ada heeft ze goed voorbereid, zegt Djamilla. Vorige week oefenden ze met de oude opgaven van vorig jaar. ,,Om te leren op welke manier de vragen worden gesteld,’’ zegt Van den Dries.

Ze konden het over het algemeen goed aan, denkt ze. ,,De zenuwen vielen me mee. Ik heb ze vantevoren gezegd dat ze de Citotoets serieus moeten nemen, maar dat hun leven er niet van af hangt. De toets meet wat je weet: er wordt een foto van iedere leerling gemaakt, ik heb de film. Dat probeer je over te brengen.’’

De sommen waren voor sommigen een eitje. ,,Ik vind rekenen het leukste vak op school,’’ verklaart Martijn. Maar Naomi moest enkele sommen wel drie keer op een kladje overmaken om de clou te vinden.

Het niveau van de leerlingen verschilt natuurlijk sterk, zegt Ada van den Dries. ,,Dat varieert van laag vmbo-niveau tot tweetalig vwo.’’ Alle leerlingen hebben al een voorlopig school-advies gehad, en ze krijgen in maart na de uitslag van de cito-toets hun definitieve advies.

Als de toets erop zit en ze joelend de klas verlaten, verschijnen ze voor de camera van de fotograaf op het schoolplein. Dat zijn ze wel gewend, vertellen ze. Ze zijn al in het programma Nationale Kids tv geweest en in een item voor het jeugdjournaal over het nieuwe woordenboek: Hans kent wel wat nieuwe woorden: ,,Bokitoproof en opa-criminaliteit.’’

bron AD

vrijdag, februari 16, 2007

Grootste woordenboek ter wereld online

Vanaf aanstaande zaterdag is het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) gratis op het internet raadpleegbaar. Het WNT bevat honderdduizenden verklaringen van Nederlandse woorden en een veelvoud daarvan aan aanhalingen uit bronnen uit de periode tussen ongeveer 1500 en 1976.




Alle trefwoorden kunnen worden opgevraagd in hun originele spelling uit 1863, maar ook in de moderne spelling. Daarnaast is het onder andere mogelijk te zoeken naar delen van woorden (bijv. achtervoegsels, voorvoegsels), naar woordcategorieën (bijv. tussenwerpsels, voegwoorden) of naar termen die in betekenisverklaringen gebruikt zijn (bijv. alle woorden die de term plant of schip in de betekenisverklaring hebben).

In het WNT online zijn ook koppelingen aangebracht naar informatie buiten het woordenboek. Zo zijn bijvoorbeeld alle woorden uit de tot nu toe verschenen delen van het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, met de recentste ontwikkelingen op etymologisch gebied, gekoppeld aan hun equivalent in het WNT. Verder zijn er koppelingen naar overeenkomstige woorden in het Afrikaans, afbeeldingen van planten en dieren en dialectkaarten.

Ook de bronnenlijst van het WNT online is geheel vernieuwd en deze bevat nu een groot aantal nieuwe werken, die ook voor het WNT gebruikt blijken te zijn. Op basis van deze nieuwe bronnenlijst zijn veel aanhalingen in het WNT inmiddels ook van een precieze datering voorzien.

Het raadplegen van het WNT online is gratis en gemakkelijk. Via wnt.inl.nl komt men op de website van het WNT online en na een eenmalige registratie als gebruiker van dit product, kan men het woordenboek raadplegen waar en wanneer men maar wil.

Bron Redactie Computer Idee

zaterdag, oktober 28, 2006

De Nieuwe Spelling van het Taalhuis

De nieuwe spelling is al heel wat jaartjes ingevoerd en er zijn duidelijke boekjes op de markt over de nieuwe spelling. In de meeste wordt niet alleen uitgelegd wat er verandert, maar ook waarom het zo handig is dat het verandert of waarom het toch een beetje tegenvalt. Wie wat dat betreft alles tot in de details wil doorgronden, doet er goed aan zo'n boekje kopen, maar voor wie met de hoofdzaken genoegen neemt, is hier een overzicht.

Er is nog maar één officiële spelling

Onlogische keuzes in de voorkeurspelling zijn herzien.

Er zijn andere regels voor de tussen-n in samenstellingen.

Soms komt er een streepje waar we een trema gebruikten.

Samengestelde aardrijkskundige namen houden hun streepje bij afleidingen.

Er zijn nieuwe regels voor éénletterafbrekingen

Er zijn officiële regels voor de vervoeging van Engelse werkwoorden.


(zie www.taalthuis.com/nl/nspelling.htm)

maandag, april 03, 2006

Terug in de tijd

DE NIEUWE SPELLING KOMT ERAAN
De Nieuwe Spelling (NS) is tot stand gekomen onder leiding van de Nederlandse Taalunie. De NS gaat op 1 september 1997, maar mogelijk al eerder op 1 september 1996, van start. De juiste spelling is opgenomen in het Groene boekje, dat door Sdu (de Staatsdrukkerij) uitgegeven wordt. Ook andere uitgevers hebben spellingsgidsen uitgegeven. In incidentele gevallen wijken deze door interpretatieverschillen af. Deze verschillen worden binnenkort weggewerkt.
Dit zijn de voornaamste wijzigingen :
1. In het algemeen wordt de voorkeurspelling de enige officiële vorm.Anders gezegd; de toegelaten spelling verdwijnt. De toegelaten spelling (ongeveer 12.000 woorden) bestond vooral uit woorden van buitenlandse afkomst.Officieel kunt U dus niet meer kiezen tussen quasi en kwasi; het wordt quasi. Het wordt bureau (buro vervalt), elektriciteit (electriciteit vervalt), kwantitatief (quantitatief vervalt), architect (architekt vervalt) en diskette.
2. Onlogische keuzes uit de oude Woordenlijst worden herzien.Om twee voorbeelden te noemen : de oude lijst gaf microcosmos naast kosmos en fotocopie naast kopie. Het wordt nu microkosmos, kosmos, fotokopie en kopie.
3. De regels voor de tussenletters in samenstellingen worden eenvoudiger.Een samenstelling is een woord dat uit twee woorden gevormd is, bijvoorbeeld keukendeur. Soms is daartussenin nog een letter te horen: maneschijn, heldendaad, stadskantoor.3a.Voor de tussenklank -E(N) geldt voortaan het volgende: U schrift -EN als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat alleen maar een meervoud heeft op -EN. Het wordt dus boekenlegger, bessensap en geitenleer. Maar het blijft rijstebrij, want 'rijst' heeft geen meervoud. Het blijft ook rodekool, want 'rood' is geen zelfstandig naamwoord. En het blijft hoogtevrees, want 'hoogte' heeft ook een meervoud op -S.Deze nieuwe regel zou in sommige gevallen ongewilde veranderingen opleveren. Daarom worden er een paar uitzonderingen op gemaakt. Die zorgen ervoor dat woorden als zonneschijn, ruggespraak, maneschijn, reuzemop en paddestoel ('versteende uitdrukkingen') ongewijzigd blijven.
Deze regel is ook van toepassing wanneer het eerste deel een vrouwelijke nevenvorm is met een toonloze e achter het grondwoord; bijvoorbeeld agentenhandtasje.3b.Bij de tussenklank -S verandert er bijna niets. Als je een -S hoort schrijf je die ook. Dat kan betekenen dat een samenstelling op twee manieren geschreven kan worden. Sommige mensen zeggen : geluidhinder, of spellingcommissie. Anderen zeggen geluidshinder of spellings- commissie. Als het gaat om uitspraakverschillen, zijn beide spellingen toegelaten. Dat was trouwens al zo.
4a. Een liggend streepje komt in de plaats van het trema als in een samenstelling een aantal klinkers op elkaar volgen die tot uitspraakverwarring kunnen leiden.Het wordt dus : zo-even, mee-eten, zee-eend.Bij voluit geschreven getallen blijft het trema wel staan: het blijft honderdtweeëntwintig.En natuurlijk behouden ook woorden als geërgerd, conciërge en coördinatie het trema; dat zijn immers geen samenstellingen.
4b. In algemeen gangbare woorden van Franse herkomst worden de Franse accenttekens alleen gebruikt op de e : é, è en ê. Voorbeelden zijn comité, coupé en scène.De â en ô worden voor deze categorie dus niet meer gebruikt. Voorbeelden zijn paté en ragout.In niet algemeen gangbare woorden, die nog als zuiver Frans aanvoelen, blijven de accent-tekens staan: déjà vu en tètè-à-tètè.
5. Bijvoeglijke naamwoorden die zijn afgeleid van een samengestelde aardrijkskundige naam krijgen voortaan altijd een liggend streepje: Noord-Holland, West-Vlaams, Zeeuws-Vlaams
[Bron: http://www.xs4all.nl/~johnpiek/tweede.html]

spellingvernieuwing

15 oktober 2005 en 1 augustus 2006


Als alles volgens plan verloopt, dan ligt op 15 oktober 2005 het nieuwe Groene Boekje, met daarin de officiële spelling van woorden in de Nederlandse taal in de winkel. Ongeveer op hetzelfde moment verschijnt de dikke Van Dale met daarin diezelfde nieuwe spelling. Op 1 augustus 2006 zal deze vernieuwde spelling vervolgens officieel worden. Toen de nieuwe spelling van het Nederlands op 1 augustus 1996 werd ingevoerd, werd tegelijk besloten om vanaf dat moment iedere tien jaar met een aanpassing te komen. In feite is er dit keer dus geen sprake van een nieuwe spelling, maar van een vernieuwing of herziening van de 'nieuwe spelling' van 1 augustus 1996. De veranderingen zijn dan ook niet zo groot als in 1996 het geval was.
De wijzigingen zijn dit keer meestal vereenvoudigingen. Op een aantal punten worden woorden die nu inconsequent zijn, en die niet volgens de regels van 1996 worden gespeld aan de regels aangepast. Verder komt er duidelijkheid over zaken die in het oude groene boekje niet aan de orde komen; bijvoorbeeld op welk moment er wel of niet een hoofdletter gebruikt moet worden. Daarnaast wordt een van de meest vreemde uitzonderingen op de regels in de spelling van 1996 aangepast: de uitzondering met dieren en plantennamen op de tussen-n-regel. Die uitzondering luidt dat woorden die een samenvoeging zijn van een dieren en een plantennaam (in die volgorde) géén tussen-n krijgen. Bijvoorbeeld het woord 'paardebloem'. Dat wordt in de nieuwe spelling dus veranderd in 'paardenbloem'. Volgens de huidige spelling worden de meeste woorden dus al op die manier gespeld, zoals bijvoorbeeld 'pannenkoek' , 'heksenketel' en zelfs 'smartengeld'. (Dat laatste woord wordt ondertussen in sommige kranten opnieuw op de oude manier manier geschreven: 'smartegeld'.)
Op deze site zal, vooruitlopend op de definitieve verandering, al af en toe aandacht aan de vernieuwde spelling worden gegeven. De bedoeling is uiteindelijk dat vóór de nieuwe spelling officieel wordt, ook het grootste deel van deze site opnieuw zal zijn geschreven. Verder zal ook de layout van de website 'Nieuwe spelling' worden aangepast.
[bron http://www.xs4all.nl/~johnpiek/andante02.html]

vrijdag, maart 03, 2006

Werken van Freud opnieuw uitgegeven

Honderd nooit in het Nederlands vertaalde artikelen van Sigmund Freud zijn opgenomen in een volledig nieuwe uitgave van zijn werken.
In november verschijnt bij uitgeverij Boom het complete werk van de vader van de psychoanalyse in elf delen, in totaal 8000 pagina’s.

Aan de nieuwe vertaling heeft Wilfred Oranje 25 jaar gewerkt. Oranje heeft zich gebaseerd op de Duitse ”Gesammelte Werke” en de ”Studienausgabe” evenals op de Engelse ”Standard Edition”. De reeks (999,95 euro) komt uit ter gelegenheid van het Freudjaar. Op 6 mei 1856, 150 jaar geleden, werd Freud geboren.
„We hadden de serie graag in mei klaar gehad, maar bij zo’n omvangrijk project komt er snel iets tussen”, zei commercieel directeur Max Dumoulin van Boom donderdag. Met de chronologisch opgezette uitgave komt Freuds vroege werk over hysterie, hypnose en suggestie, zijn artikelen over psychoneurosen, en ook zijn metapsychologische teksten beschikbaar. Ook worden nu voorwoorden, boekbesprekingen, voordrachten, brieven en referaten gepubliceerd. Aan de editie is een cd-rom met de volledige tekst toegevoegd.
Als grondlegger van de psychologie en psychoanalyse was Freud een van de meest invloedrijke en omstreden figuren van de 20e eeuw. De 150e geboortedag (in Freiberg, Oostenrijk, dat nu Pribor heet en in Tsjechië ligt) vormt voor Nederlands Psychoanalytisch Instituut, de psychoanalytische beroepsverenigingen, de ambassade van Oostenrijk en Boom aanleiding om een Freudfestival te organiseren. Die moeten de actuele waarde van de psychoanalyse in de cultuur en de geestelijke gezondheidszorg beklemtonen. De officiële opening vindt op 6 mei in Leiden plaats.
AMSTERDAM (ANP) - Honderd nooit in het Nederlands vertaalde artikelen van Sigmund Freud zijn opgenomen in een volledig nieuwe uitgave van zijn werken.
In november verschijnt bij uitgeverij Boom het complete werk van de vader van de psychoanalyse in elf delen, in totaal 8000 pagina’s.
Aan de nieuwe vertaling heeft Wilfred Oranje 25 jaar gewerkt. Oranje heeft zich gebaseerd op de Duitse ”Gesammelte Werke” en de ”Studienausgabe” evenals op de Engelse ”Standard Edition”. De reeks (999,95 euro) komt uit ter gelegenheid van het Freudjaar. Op 6 mei 1856, 150 jaar geleden, werd Freud geboren.
„We hadden de serie graag in mei klaar gehad, maar bij zo’n omvangrijk project komt er snel iets tussen”, zei commercieel directeur Max Dumoulin van Boom donderdag. Met de chronologisch opgezette uitgave komt Freuds vroege werk over hysterie, hypnose en suggestie, zijn artikelen over psychoneurosen, en ook zijn metapsychologische teksten beschikbaar. Ook worden nu voorwoorden, boekbesprekingen, voordrachten, brieven en referaten gepubliceerd. Aan de editie is een cd-rom met de volledige tekst toegevoegd.
Als grondlegger van de psychologie en psychoanalyse was Freud een van de meest invloedrijke en omstreden figuren van de 20e eeuw. De 150e geboortedag (in Freiberg, Oostenrijk, dat nu Pribor heet en in Tsjechië ligt) vormt voor Nederlands Psychoanalytisch Instituut, de psychoanalytische beroepsverenigingen, de ambassade van Oostenrijk en Boom aanleiding om een Freudfestival te organiseren. Die moeten de actuele waarde van de psychoanalyse in de cultuur en de geestelijke gezondheidszorg beklemtonen. De officiële opening vindt op 6 mei in Leiden plaats.
Bron: ANP

Vertalen Bijbel gaat snellerGeplaatst

Het wereldwijde bijbelvertaalwerk gaat zo snel dat in 2038 in elke taal minimaal een bijbelvertaalproject is begonnen, verwacht Wycliffe Bijbelvertalers. In 1999 verwachtte Wycliffe nog dit moment pas in 2150 te bereiken.
Volgens Hans Hoddenbagh, directeur van de Nederlandse afdeling van Wycliffe, ligt zijn organisatie met deze cijfers nog niet op koers. "In 1999 hebben we een nieuwe visie ontwikkeld. Daarin hebben we ons ten doel gesteld al in 2025 in iedere taal een taalproject te zijn gestart.’’Op dit moment is (een deel van) de Bijbel beschikbaar in 2377 talen. Bijbelvertalers van Wycliffe werken nog aan bijbels in 1294 talen. Andere organisaties, zoals (inter)nationale bijbelgenootschappen, nemen nog eens 400 talen voor hun rekening. Er zijn echter nog 2529 talen waarin geen Bijbel beschikbaar is.Hoddenbagh ziet het als een "uitdaging’’ ook in deze talen bijbels te gaan vertalen. "Als we zien dat we in de afgelopen zes jaar ongeveer 110 jaar zijn ingelopen, dan moet het haalbaar zijn om in de komende tijd die laatste dertien jaar ook nog in te halen.’’In het afgelopen jaar was Wycliffe betrokken bij de totstandkoming van vijf complete Bijbels, 31 Nieuwe Testamenten en veertig bijbelse video’s. Daarmee komt het totaal aantal talen waarin Wycliffe tot nu toe voor een Nieuwe Testament of complete Bijbel heeft gezorgd, op 623. Ook werkt de organisatie in al deze talen aan taalontwikkeling.De bijbelvertaalorganisatie werkt in toenemende mate met lokale medewerkers, vertelt Hoddenbagh. "Sprekers van de moedertaal beheersen de taal tot in de kleinste nuances en details. Het is dus het beste dat zij het taalwerk zelf ter hand nemen, eventueel met logistieke of andere hulp van buitenlanders. De rol van de westerse medewerkers wordt in toenemende mate ondersteunend en faciliterend, terwijl de rol van de lokale vertaler en alfabetiseringswerker steeds prominenter wordt.’’Wereldwijd zijn bij Wyccliffe ruim 6600 mensen werkzaam, in meer dan zestig landen.
(Bron: Nederlands Dagblad)